Mennen Dressuur wordt, net als bij het rijden OP het paard, in verschillende klassen verreden.

De dressuur is de basis, zowel bij het paardrijden als bij het mennen. Bij de dressuur is het de bedoeling dat de menner zijn paard gehoorzaam maakt en gymnastiseerd.
Voor de africhting van het paard wordt ook bij het mennen gebruikt gemaakt van het 'scala der africhting'.

Het scala der africhting is geschreven met de africhting onder het zadel voor ogen, maar kan eenvoudig naar het menpaard vertaald worden.

Bij het africhten van het jonge menpaard heb je eerst de gewenningsfase.
Het jonge paard moet wennen aan het gewicht van de wagen die hij moet voortduwen en moet daar een evenwicht in vinden.
Het paard zal vooral stuwend bewegen. In deze fase werk je vooral aan takt (het zuivere ritme van de gang) en ontspanning.
In de tweede fase zal het menpaard een meer horizontaal evenwicht ontwikkelen en werk je vooral aan de aanleuning en schwung.
In de derde fase zal het paard een daadwerkelijk horizontaal evenwicht bereiken met een goed ontwikkelde draagkracht van het achterbeen, waar dit achterbeen in de eerste en tweede fase nog meer stuwend was.
In deze fase kom je toe aan recht richten en verzamelen.

Doordat het menpaard taktmatig en in ontspanning gereden wordt kan een goede aanleuning ontstaan.
De goede aanleuning is de basis van waaruit met impuls gereden kan worden en schwung kan ontstaan.
Door de verkregen impuls en schwung kun je je paard gaan recht richten en werken aan het verzamelen.

We onderscheiden bij het mennen dressuur de klasse B (=Beginner), L (=Licht), M (=Midden), Z (=Zwaar) en
ZZ (=Zeer Zwaar of Dubbel Zwaar)
Wanneer je als beginnend menner eens wilt proberen of een wedstrijd wat voor je is dan kan je je ook inschrijven in de Hobbyklasse. Deze hobbyklasse is dus bedoeld om je met de wedstrijdsport bekend te maken. Je mag je voor een
dergelijke wedstrijd inschrijven wanneer je wel lid bent van de KNHS maar (nog) geen startlicentie hebt.
In deze Hobbyrubriek rijd je altijd de minst zware proeven, namelijk die van de B.

Leeftijd:
Om mee te mogen doen dien je minimaal 10 jaar oud te zijn. Je mag dan deelnemen in de rubriek enkelspan pony.
Voor enkelspan paard geldt een minimum leeftijd van 12 jaar. Om met een tweespan pony uit te mogen komen dien je
minimaal 14 jaar oud zijn. Voor tandem pony, vierspan pony en tweespan paard dien je minimaal 16 jaar oud te zijn en voor tandem en vierspan paard geldt een minimum leeftijd van 18 jaar. Het gaat er in alle gevallen om dat je vanaf het begin van
het kalenderjaar de leeftijdsgrens bereikt.
Voorbeeld: word je op 15 februari dit jaar 10 jaar oud dan mag je vanaf 1 januari al met een enkelspan pony wedstrijden
starten. Je mag zelfs al eerder deelnemen aan wedstrijden maar dan start je in dat geval BIXIE. Zie voor verdere uitleg de pagina JEUGD.

Jury:
Een wedstrijd wordt altijd beoordeeld door minimaal 1 jury. Dit jurylid heeft een cursus gevolgd hoe je een dressuurproef dient
te beoordelen. Een proef wordt beoordeeld op verschillende facetten van het rijden. Denk hierbij aan de kwaliteit van het
stappen, draven en galopperen, maar ook of het paard recht gericht loopt, of het geheel ontspannen uitgevoerd wordt en of er met Impuls wordt gereden. Er wordt gelet op de rijvaardigheid en of je de proef op de juiste plek uitvoert. Kortom, een geheel van zaken waarop een jurylid zijn of haar beoordeling zal geven.

Punten:
Voor ieder gevraagd onderdeel geeft de jury een cijfer.
Een 0 (nul) betekent dat je het onderdeel helemaal niet getoond hebt en dat je ook geen moeite hebt gedaan om het
onderdeel te tonen. Een 10 (tien) is het hoogst haalbare cijfer dat je voor een onderdeel kunt behalen. Een 10 is uitmuntend geweest. Op de uitvoering ervan is helemaal niets aan te merken.
Doorgaans zal de waardering tussen de 0 en de 10 bedragen waarbij tegenwoordig ook halve punten kunnen worden gegeven, dus bijvoorbeeld 7,5. Een dressuurproef bij een wedstrijd in de klassieke dressuur kent in totaal 29 onderdelen waarop zo'n cijfer zal worden gegeven. Het 27ste onderdeel van de proef telt dubbel. Dat betekent in theorie dat je maximaal 300 punten zou kunnen krijgen als beoordeling voor jouw proef.

Winstpunten:
Na iedere proef krijg je als resultaat dus de som van alle 29 onderdelen (met punt 27 dubbel geteld)
Wanneer je minimaal 60% score behaalt (180 of meer) dan verdien je met de proef 1 winstpunt.
Wanneer je minimaal 65% score behaalt (197 of meer) dan verdien je met de proef 2 winstpunten
en wanneer je minimaal 70% score behaalt (210 of meer) dan verdien je met de proef 3 wintenpunten (maximaal te behalen)


Promotie:
Wanneer je minimaal 10 winstpunten hebt bereikt dan mag je promoveren naar de naastgelegen hogere klasse. Heb je in totaal 30 winstpunten behaald dan ben je verplicht te promoveren naar de naast hogere klasse.



Bovenstaande is slechts een korte samenvatting van hetgeen bij het wedstrijdrijden Mennen Dressuur geldt.
Alvorens je aan wedstrijden gaat deelnemen is het verstandig om lessen (privé- en verenigingslessen) te volgen. Een Meninstructeur zal je de grondbeginselen bijbrengen van het Mennen Dressuur.
Ook menners die al heel lang wedstrijden rijden en in de hoogste klasse zijn aangekomen volgen nog vaak Instructie. Naast verenigingslessen maken zij heel vaak gebruik van een goede instructeur om zo hun rijkunstigheden op een nog hoger peil te brengen.